Fundamentele vragen over examens en toetsing in het voortgezet onderwijs
Hoe toekomstbestendig is het eindexamen voortgezet onderwijs? Er zijn goede argumenten voor het handhaven van het huidige examen. Tegelijkertijd dringen critici aan op aanpassingen.
In opdracht van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek hebben een vijftal onderzoekers (Jaap Scheerens, Oberon / Universiteit Twente; Arnold Brouwer, RCEC; Piet Sanders, RCEC; Bernard Veldkamp, RCEC / Universiteit Twente; Anne Luc van der Vegt, Oberon) een literatuurstudie uitgevoerd naar de argumenten voor en tegen het huidige examen.
Het eindexamen voortgezet onderwijs heeft in Nederland al een tamelijk lange traditie, die teruggaat tot de negentiende eeuw. In de jaren zestig en zeventig kreeg het zijn huidige vorm, waarbij schoolexamen (SE) en centraal examen (CE) even zwaar meewegen. Recente externe evaluaties van de OECD (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) oordelen in zeer positieve termen over het Nederlandse onderwijsevaluatiesysteem. Toch is er ook kritiek op ‘een smalle kijk op onderwijskwaliteit’ en op negatieve gevolgen van toetsen en examens.
De onderzoekers gaan in deze literatuurstudie onder meer uit van de maatschappelijke functies van het onderwijs. Een veel gebruikte driedeling is die in 1) kwalificatie, 2) socialisatie en 3) persoonlijkheidsontwikkeling.
Op basis van deze verkennende studie beargumenteren de onderzoekers dat een ingrijpende verandering van het programma van examens en eindtoetsen gezien moet worden als een stelselherziening. Dat zou daarom ‘evidence based’ moeten worden. De onderzoekers besluiten dan ook met de contouren van een nieuw beleidsgericht onderzoeksprogramma, om op een aantal gebieden een nadere ‘evidence base’ van het beleid te geven.
Lees op de website van de Rijksoverheid het rapport Fundamentele vragen over examens en toetsing van Jaap Scheerens e.a.